Big Apple

De “Big Apple”, nee ik heb het niet over de stad New York maar de op 1 april 1976 door Steve Jobs, Ronald Wayne en Steve Wozniak opgerichte Californische computerbedrijf Apple. Achteraf is het geen grapje geweest van drie kwajongens.

Apple werd vooral bekend eind jaren ’70, na de introductie van de Apple II, één van de eerste PC’s (personal computer) ter wereld.

Apple heeft er tevens voor gezorgd dat we tegenwoordig een grafische gebruikersinterface (vensteromgeving met muisaanwijzer) gebruiken voor onze hedendaagse PC’s. Nu heeft Apple zelf niet het idee van de GUI (Graphics User Interface) bedacht, maar wel ervoor gezorgd dat deze geïmplementeerd werd in een computersysteem. Microsoft heeft later het idee voor een Windows GUI van de Apple Macintosch overgenomen.

Op de computers van Apple draait het besturingssysteem Mac OS X, dat ergens in 2001 is geïntroduceerd, dat overigens gebaseerd is op de UNIX-architectuur.

Sinds 2000 heeft Apple haar territorium flink uitgebreid en heeft haar kennis van computers, besturingssystemen, marketing, ergonomie en design gebruikt voor de ontwikkeling van de iTunes Store en de muziekspeler iPod.

Verder heeft Apple de Quicktime (afspelen van films op je computer) en firewire (een sneller alternatief voor USB) standaard ontwikkeld en geïntroduceerd. De huidige Mac Pro (2006) heeft zelfs een Intel processor aan boord. Begin dit jaar heeft Apple de iPhone geïntroduceerd.

Het hebben van een Apple computer was en is nog steeds een “way of computing”, een Apple vind je ook niet zomaar op kantoor maar eerder in de grafisch, mode, design en muziek sector. Nu ben ik geen Apple computer bezitter maar ik moet toegeven dat een Apple computer, iPod en iPhone stuk voor stuk kunstvoorwerpen zijn met de benodigde kwaliteit en bijbehorende prijskaartje.