Het is weer zover, vannacht gaat de klok weer een uurtje vooruit ... van twee naar drie uur.
Dit houdt in: korter slapen maar daar tegenover staat dat we voortaan een uur langer kunnen genieten van het daglicht.
Economische belangen
De Engelse aannemer William Willet kwam in 1907 op het idee om de klok vooruit te zetten. Want volgens hem zou de helft van het jaar de zon al schijnen terwijl wij nog liggen te slapen en de zon zou al onder zijn als we thuiskomen van ons werk.
Op een pamflet heeft hij toen het volgende geschreven: "Waarom zetten we de klok in die periode niet vooruit?".
In de eerst instantie was men helemaal niet onder de indruk, maar twee jaar na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) namen veel landen het idee toch maar over omdat het economische voordelen oplevert.
Het milieu ontlasten
Door de invoer van de zomertijd wordt energie bespaard, en dus het milieu enigszins ontlast. De verlichting gaat pas later op de avond aan. Energiebedrijven schatten dat de zomertijd zo'n 0,3 procent energiebesparing oplevert. De oliecrisis van 1973 heeft uiteindelijk in 1977 tot herinvoering van de zomertijd in Nederland geleid, die eigenlijk in 1946 was afgeschaft. Iedere besparing op schaarse brandstoffen was toen zeer welkom.
Ezelsbrug En voor de mensen die nog steeds twijfelen of de klok nu achter- of vooruit moet, volgt hier een ezelsbruggetje: in het VOORjaar gaat de klok een uur VOORuit.
De zomertijd eindigt op 26 oktober om drie uur in de nacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten